4.2 Rentevisie
Renterevisie
De Nederlandse publieke sector rentes kenden behoorlijke fluctuaties in 2024. De lange rente (maatstaf is 10-jaars lineair, bron: BNG) was eind 2023 2,86%. Tot begin juli was de rente gemiddeld 3,25%, met een piek eind mei van 3,46%. Deze stijging werd veroorzaakt door meevallende groeiverwachtingen en hardnekkige inflatie buiten de eurozone. In het tweede halfjaar zijn als gevolg van diverse economische ontwikkelingen vanaf juni wel renteverlagingen doorgevoerd. De rente bedroeg eind december 2,99% en is daarmee iets hoger dan het gemiddelde over deze periode van 2,91%.
De Europese Centrale Bank (ECB) heeft in 2024 de rente vier keer verlaagd van 4% begin 2024 naar 3% eind 2024. De korte rente loopt mee in deze verlaging. De korte rente (maatstaf is 1-maands Euribor, bron: global-rates.com) was eind 2023 3,85% en is gedaald naar 2,85% eind 2024.
De verwachting is dat de ECB in 2025 meerdere renteverlagingen gaat doorvoeren. Op 30 januari 2025 is de rente met 0,25% gedaald.
In de begroting 2024 was rekening gehouden met een korte rente van 4,25% en een lange rente van 3,75%. Behalve het feit dat gemiddeld genomen de werkelijke rente lager lag, was ook de financieringsbehoefte veel lager dan begroot door lagere investeringen en incidentele baten.
Het totale rentevoordeel van in totaal € 2,8 miljoen is in Berap-I en Berap-II 2024 verwerkt.
Het gemiddelde rentepercentage dat in 2024 over de leningenportefeuille (betreft alleen de opgenomen geldleningen) van € 411,1 miljoen (gemiddelde stand in 2024) werd betaald, bedroeg 1,57%.
